Eerdere problemen had ik aangepakt met de hulp van een psycholoog. In eerste instantie wist ik alleen dat ik deze keer een andere aanpak wilde. Naar mijn idee was ik de vorige keren weliswaar verder gekomen, maar was ik niet “tot op de bodem” gegaan.
In een kennismakingsgesprek bekeken we beiden wat de te volgen weg zou moeten zijn en of we die weg met elkaar wilden afleggen. Voor mij was van het begin af aan van groot belang dat ik kon vertrouwen. Door Judiths rustige manier van vragen werd ik op mijn gemak gesteld en door de soort vragen die ze stelde kreeg ik vertrouwen in haar deskundigheid: ze begreep echt waarom het ging. Dat vertrouwen was van groot belang, want bij hypnotherapie moet je je kunnen overgeven en laten leiden naar binnen toe.
Toch zag ik op tegen de eerste echte sessie en dacht ik dat ik niet in trance zou kunnen raken. Dat gebeurde echter vrij gemakkelijk: door me te concentreren op mijn binnenwereld werd alles zich daarbuiten afspeelde tijdelijk onbelangrijk. Het drong wel tot me door- ik hoorde bijvoorbeeld een hond blaffen- maar mijn aandacht was gericht op mijn innerlijk. Ik daalde af in mijzelf en kwam op die manier bij lagen die, zonder die concentratie, niet toegankelijk waren. Daar trof ik gevoelens aan die me soms verrasten, maar die ik herkende als
onmiskenbaar waar. Wanneer ik door wat zich aandiende het verband tussen het een en het ander uit het oog
dreigde te verliezen, kon ik mij daarbij volledig verlaten op Judith die uitstekend het overzicht
op het geheel wist te bewaren.